Zonnepanelen plaatsen is een goede investering om te besparen op energie. Maar dat is enkel zo als je zonnepanelen installatie correct op je dak wordt geplaatst.
Hoewel de installatie van zonnepanelen op zich niet zo complex is, is het toch belangrijk om alle stappen correct en in de juiste volgorde uit te voeren. Zoniet kan dit een negatieve invloed uitoefenen op het rendement van je installatie.
Laten we dus eens kijken uit welke onderdelen een installatie van zonnepanelen bestaat, en hoe we de installatie juist moeten plaatsen op het dak.
Een installatie van zonnepanelen bestaat uit verschillende onderdelen. De zonnepanelen zelf zijn uiteraard het meest zichtbare deel, maar met zonnepanelen alleen genereer je geen bruikbare energie voor je woning. Je hebt ook nog andere onderdelen nodig die de gegenereerde stroom omzetten in bruikbare stroom.
Dit zijn de belangrijkste onderdelen van een zonnepanelen installatie.
De zonnepanelen zelf zijn veruit het belangrijkste onderdeel van je installatie. Ze zijn het meest zichtbare onderdeel, en ze hebben als functie om de zonnestralen op te vangen, en op basis van deze zonnestralen stroom op te wekken.
Hoe doen ze dit juist?
Elk zonnepaneel is opgebouwd uit verschillende zonnecellen. In deze zonnecellen wordt het zonlicht omgezet in gelijkstroom. Zonlicht bevat namelijk fotonen, en deze botsen met de electronen in de zonnecellen. De elektrische spanning die ontstaat als gevolg van de botsing tussen fotonen en electronen levert stroom op. Deze stroom wordt vervolgens naar de omvormer gestuurd.
Hoeveel stroom genereert één enkel zonnepaneel nu eigenlijk, en hoeveel moet je er dan van plaatsen? Wel, elk zonnepaneel heeft een bepaald piekvermogen. Dit duidt aan hoeveel dat specifieke zonnepaneel per jaar aan stroom kan genereren onder ideale omstandigheden. Nu hebben we uiteraard niet het hele jaar door ideale omstandigheden (bewolking en dergelijke), dus grofweg wordt ervan uitgegaan dat dit zonnepaneel in werkelijkheid zo'n 85% van dat piekvermogen kan genereren.
Een voorbeeld: De SPR-E20-245 van SunPower heeft een piekvermogen van 245 Wattpiek. In werkelijkheid zal dit zonnepaneel echter slechts 208 Watt per jaar kunnen genereren. Om een gemiddeld jaarverbruik van 3.500 kWh te kunnen dekken, moet je dus 17 zonnepanelen plaatsen op het dak.
Welke zonnepanelen moet je nu juist plaatsen? Er zijn immers heel wat verschillende types zonnepanelen.
Het belangrijkste criterium is de grootte van je dak. Heb je veel dakoppervlakte ter beschikking, dan kies je best voor zonnepanelen met een lager piekvermogen. Deze zijn goedkoper per watt. Zonnepanelen met een hoger piekvermogen zijn duurder per watt, en enkel interessant wanneer je een hoog vermogen wil genereren op een kleine dakoppervlakte.
Na de zonnepanelen zelf is de omvormer het belangrijkste onderdeel van de installatie. De omvormer heeft als functie om de gelijkstroom die door de zonnepanelen wordt opgewekt, om te zetten in wisselstroom. Het is immers de wisselstroom die door elektrische apparaten gebruikt wordt.
De meeste installaties hebben slechts 1 enkele omvormer, die net iets minder vermogen heeft dan de totale output van de installatie van zonnepanelen. Maar op vlak van het aantal omvormers heb je wel meerdere mogelijkheden.
Zo is er de laatste jaren een trend ontstaan om micro-omvormers te gebruiken. Dit betekent dat elk zonnepaneel z'n eigen omvormer zal hebben. Dit heeft als voordeel dat zonnepanelen niet afhankelijk zijn van de werking van andere zonnepanelen, en dat je dus een beter rendement kan halen wanneer je installatie geen optimale ligging heeft. Het nadeel is wel dat deze methode een pak duurder is dan een installatie met één enkele omvormer.
Bij grotere installaties kan het wel interessant zijn om twee omvormers te plaatsen. Zo kan je voor een installatie van 7.000 kWh bijvoorbeeld 2 omvormers met elk een vermogen van 3.500 kWh plaatsen. Dit heeft als voordeel dat toch de helft van je installatie blijft werken, als er één omvormer uitvalt.
Zonnepanelen worden niet rechtstreeks op het dak aangebracht. Ze worden op een draagstructuur aangebracht. Vooraleer je de zonnepanelen kan leggen op het dak, moet dus eerst de draagstructuur worden gemonteerd.
De draagstructuur is steeds gemaakt van een stevig materiaal, zoals aluminium of roestvrij staal. In ieder geval moet de draagstructuur stevig genoeg zijn om zware weersomstandigheden te kunnen trotseren. Ook moet het bestand zijn tegen vocht.
De draagstructuur wordt bij hellende daken vaak gewoon vastgeschroefd op het dak. Bij platte daken worden geen schroeven gebruikt, aangezien boren in een plat dak risico's inhoudt. Op een plat dak wordt een draagstructuur vastgelegd met behulp van ballast.
De draagstructuur van je zonnepanelen is belangrijker dan je misschien denkt. Het kan zeker een bijdrage leveren aan een hoger rendement. Zo moet de draagstructuur toelaten dat er voldoende ventilatie rond de zonnepanelen kan komen. Dit belet dat zonnepanelen té warm worden. Wanneer zonnepanelen te warm worden, verliezen ze een stuk van hun rendement.
Ook zal de draagstructuur in belangrijke mate de hellingsgraad en de oriëntatie naar de zon bepalen, zeker op platte daken. Hoe beter naar de zon gericht, hoe hoger het rendement van je installatie.
Ook een belangrijk aandachtspunt bij het monteren van de draagstructuur is het gewicht. Een installatie van zonnepanelen zorgt onvermijdelijk voor meer gewicht op het dak. Je dak moet dit extra gewicht ook aankunnen. Een lichte draagstructuur is één van de manieren waarop je dit extra gewicht onder controle kan houden.
Stroom wordt opgewekt door de zonnepanelen, en moet via de omvormer naar de zekeringkast getransporteerd worden. Hiervoor heb je kabels nodig.
De kabels van je zonnepanelen naar de omvormer liggen buiten, en moeten dus goed tegen weersomstandigheden kunnen. Ze worden daarom goed geïsoleerd, vaak zelfs dubbel geïsoleerd. De kabels hebben doorgaans een diameter van 4mm.
Een tweede kabel loopt van de omvormer naar de meterkast, en vervoert wisselstroom die via de meterkast in de elektrische installatie wordt geïnjecteerd. Het is aan te raden om de omvormer zo dicht mogelijk bij de meterkast te plaatsen, zodat zo weinig mogelijk stroom verloren gaat tijdens het transport.
Met zonnepanelen op je dak genereer je je eigen elektriciteit. Maar welke zonnepanelen moet je juist plaatsen? Hoeveel zou je rendement bedragen? En wat is de kostprijs van een gemiddelde installatie?
Lees meer over het plaatsen van zonnepanelen
Het plaatsen van de installatie is op zich niet zo complex, maar het is belangrijk om de juiste stappen te volgen. Je installatie moet immers lang meegaan, en bovendien een hoog rendement behalen.
Bij veruit de meeste installaties wordt het volgende stappenplan gevolgd.
Je begint niet zomaar met het leggen van zonnepanelen op je dak. Eerst moet een grondige analyse gemaakt worden, waarbij enkele belangrijke vragen worden gesteld.
Allereerst moet je jezelf afvragen of je dak wel geschikt is voor zonnepanelen. Is het dak naar de juiste windrichting gericht? Is het dak bijvoorbeeld naar een noordelijke richting georiënteerd, dan zal een installateur je afraden om zonnepanelen te plaatsen. Ook bij teveel schaduw in de buurt kan het niet interessant zijn om zonnepanelen te plaatsen.
Is je dak wel geschikt bevonden voor zonnepanelen, dan is het tijd om je energiebehoefte te bepalen. Dit zal bepalen hoeveel vermogen je installatie moet hebben.
Tot slot moet je bepalen welk type zonnepanelen het meest geschikt is. Heb je een groot dakoppervlakte ter beschikking, dan is het interessanter om zonnepanelen met een lager piekvermogen te kiezen. Deze zijn goedkoper per wattpiek. Voor daken met een kleinere oppervlakte zijn zonnepanelen met een hoger piekvermogen interessanter.
Ook de keuze voor de draagstructuur, de omvormer en de bekabeling wordt zoveel mogelijk in deze eerste analytische fase gemaakt.
Het monteren van de draagstructuur is de eerste stap in het aanbrengen van de installatie. De draagstructuur is vaak niet meer dan twee aluminium rails, waarop een rij zonnepanelen wordt aangebracht.
De draagstructuur wordt op het dak bevestigd met behulp van dakhaken in de dakstructuur. Eens de draagstructuur volledig is bevestigd, kunnen de zonnepanelen op deze structuur worden geplaatst.
Bij hellende daken volgt de draagstructuur de hellingsgraad van het dak. Bij platte daken heb je als voordeel dat je zelf de hellingsgraad en de oriëntatie van de draagstructuur kan bepalen. Bij platte daken moet je er wel voor opletten dat je de draagstructuur voldoende vastzet, door voldoende ballast aan te brengen. De zonnepanelen moeten immers ook op hun plaats blijven bij zware wind.
De zonnepanelen worden vervolgens op de draagstructuur bevestigd. Dit gebeurt met behulp van klemmen die zich op de draagstructuur bevinden. De zonnepanelen worden hierin geklemd en vastgeschroefd.
Dit karwei is op zich niet zo moeilijk. De enige moeilijkheidsgraad bevindt zich in het feit dat elk zonnepaneel zo'n 25kg zwaar is. Dit in combinatie met werken op hoogte, en je weet dat je dit werk toch best aan een specialist overlaat.
Tijdens het bevestigen van de zonnepanelen worden ze ook meteen aan elkaar gekoppeld. Zonnepanelen worden in serie geschakeld. Het eerste en het laatste paneel worden dan aan de rest van de bekabeling gekoppeld.
De zonnepanelen moeten uiteraard gekoppeld worden aan de omvormer. Het plaatsen van de omvormer is dan ook de logische volgende stap.
Vooral de locatie van de omvormer is van belang. Idealiter plaats je de omvormer dicht bij de meterkast. Een installateur kan je hierbij zeker advies geven.
Uiteraard is het belangrijk dat je omvormer waterpas hangt, en bevestigt aan een montageplaat.
De omvormer is best een zwaar toestel, waardoor je dit best met twee personen afhandelt.
De laatste stap in de installatie van je zonnepanelen is het aanbrengen van de bekabeling. Er zijn uiteindelijk twee grote kabels die gelegd moeten worden.
De eerste kabel is een gelijkstroom-kabel van je zonnepanelen naar de omvormer. Deze ligt grotendeels buiten, en moet dus goed geïsoleerd en waterdicht zijn. Bij platte daken is het ook goed uitkijken dat er geen lekken ontstaan.
De tweede kabel is de wisselstroom-kabel van de omvormer naar je meterkast. Deze kabel passeert onderweg ook de zekeringkast, die best vlak naast de omvormer hangt.
Alle onderdelen zijn nu gemonteerd. Vooraleer de installatie in gebruik genomen kan worden, moet deze eerst nog gekeurd worden. Dit gebeurt door een erkende keurder. Hij zal kijken of de installatie aan alle richtlijnen voldoet. Tijdens deze keuring wordt ook een keuringsverslag opgemaakt.
Pas wanneer alle richtlijnen in orde zijn, kan de installatie in gebruik worden gesteld. Je hoeft hier eigenlijk weinig voor te doen. Het enige wat moet gebeuren is het opstarten van de omvormer.
Je zonnepanelen moeten niet enkel correct worden aangesloten op je elektriciteitsnetwerk. Ze moeten ook eerst gekeurd worden vooraleer ze in gebruik genomen kunnen worden. Het werkt zo'n keuring?
Het monteren van een installatie van zonnepanelen op je dak laat je best over aan een specialist. Wil je weten hoeveel dit kost? Vul ons offerteformulier in, en wij zoeken voor jou de beste installateurs van zonnepanelen in je buurt.
Zij sturen je elk een offerte op maat. Vergelijk ze goed, want je kan tot 35% besparen op je installatiekosten. Alle offertes die je ontvangt, zijn 100% gratis en zonder aankoopverplichting!